Amathesistglansspreeuw - Cinnyricinclus leucogaster

De pop doet een beetje denken aan onze Nederlnadse zanglijster, a lleen is de kleur wat donkerder: zij is bruinachtig van boven en aan de onderzijde enigszins gestreept tot geschubd in bruin en wit.
De man is glanzend violet met een witte broek- en onderstaartbevedering. Ze zijn wat kleiner dan de andere glansspreeuwen en zijn ca 17 cm lang.

LEVENSWIJZE Ze komen evenals de andere glansspreeuwen uit Afrika, waar ze zowel in het westen als in het oosten beneden de evenaar in grote gebieden regelmatig voorkomen.

Ze voeden zich met bessen en allerlei andere vruchten, maar ook met insecten en dan vooral de termieten. De voeding in de voliere moet daar dus op zijn aangepast: een goed zacht universeelvoer, aangevuld met verschillende soorten fruit en levend voer.

Ze kunnen worden samengehouden met vogels van ongeveer gelijke grootte. De vogels zijn niet moeilijk in de voliere te houden, maar omdat ze uit de warme streken komen kunnen ze alleen bij mooi weer buiten blijven en zeker in de winter moeten ze in een matig verwarmde voliere worden ondergebracht.

Het nest wodt in de voliere veelal in een parkietenblok gebouwd. Om de jongen in de voliere groot te krijgen zijn veel insecten nodig en geslaagde kweken zijn in Nederland nog niet groot in aantal. Toch zijn er al enkele eigen kweek vogels in ons land.

lIn de vrije natuur leven ze in de bossen en de bomen bij rivieroevers, maar ook in gecultiveerde streken. Voeding: wormen, slakken, insecten, fruit en bessen. Ze broeden in holen in bomen. Legsel: 3-4 blauwachtige eieren, die zwak rood-bruin gevlekt zijn. In de broedtijd leven ze paarsgewijze, daarna trekken ze in groepen rond.

 

 

 

 

Terug naar de homepage

Tropische vogels | Afrikaanse prachtvinken | Australische prachtvinken | Zebravinken | Japanse meeuwen | Wevers en wida's
| Insecteneters | Vruchteneters | Gorzen | Duiven en kwartels

Otto van Reesweg 45
4105 AB Culemborg

Telefoon: 0345-518326

E-mail: info@speciaalclub.nl