De aanduiding insecteneters wordt in de vogelhobby veelal gebruikt om het
verschil aan te duiden met de zaadetende vogels, die in onze hobby domineren.
Maar ook onder de zaadeters zijn er vele die voor de opfok van de jongen echt
dierlijk voer meten hebben om hun jongen groot te krijgen.
Het gaat bij het houden van insecteneters minder om het kweken en het
verzorgen van de paartjes dan wel om het houden van goede zangvogels, die
onafscheidelijke huisgenoten worden of van interessante en prachtig gekleurde
vogels, die door hun levendigheid en intelligentie boeien. Het nabootsingstalent
van vele soorten is vrij groot, geluiden van andere vogels, van huisdieren en
ook de menselijke stem worden soms vlug overgenomen. Over het algemeen ontstaan
er sneller persoonlijke contacten tussen deze vogels en hun bezitters als bij de
zaadetende vogels.
Wie eenmaal deze tak van de liefhebberij heeft laat deze zelden meer varen.
Toch is ook een waarschuwing op zijn plaats. De verzorging van deze vogels
vereist toewijding en ervaring.Beginnende liefhebbers kunnen zich het beste
eerst met het houden van zaadeters bekwamen omdat anders teleurstelling en
schade aan de hen toevertrouwde vogels vaak niet zal uitblijven.
Ook is het kostenplaatje duidelijk anders: levende voedseldieren zijn
aanzienlijk duurder dan een kilo zaad. Er zijn twee soorten gelijk in hun
eigenschappen en verzorgingseisen: de een eet alleen miereneieren, de andere
houdt het bij meelwormen of buffalowormpjes, de derde wil zelf zijn vliegjes
vangen, weer andere eten gretig vleesmaden, die in hengelsportzaken te koop zijn
en er zijn zelfs vogels die uitstekend gedijen op kattenvoer uit blik.Iedereen
heeft ervaren dat een vogel snel tam wordt als men eenmaal heeft ontdekt wat
zijn lievelingskostje is. Hij komt dan op de hand van de verzorger zitten om het
hapje weg te halen.
Drinken moet altijd makkelijk te vinden en vlak bij de hand zijn: een tussen de
tralies verstopt fonteintje vindt de vogel pas als hij zijn nieuwe kooi al door
en door kent. De vogel moet vanaf zijn zitstok vlak voor en onder zich een
waterbakje en een voerbakje kunnen vinden.
Ook vereist het in huis houden van deze vogels grote hygiëne omdat de
uitwerpselen veel minder reukloos en vast zijn als bij de zaadeters. Omdat deze
vogels meestal ook bij wat hogere temperaturen worden gehouden is een onrein hok
al snel een kweekplaats voor bacteriën.
Badwater is voor veel vogels onontbeerlijk. Na een bad strijken ze hun veren
op, komen hierdoor in beweging en dit wekt honger op.
Nergens gaat zozeer de regel op dat men aan de vogel kan zien met wat voor
liefhebber men te doen heeft, want alleen bij een zeer grote toewijding zal het
verenkleed van de vogels smetteloos en gaaf zij en zal de vogel de prachtige
glans tonen die hem in de vrije natuur zo siert.
|