BINSENASTRILDE
- Bathilda ruficauda
Kleurbeschrijving:
Voorhoofd,
wangen en keel vermiljoen-rood; aan de zijkanten van de kop een aantal kleine
witte vlekjes. Bovenzijde geel-groen met olijf-groen, bij staarteinde en
staart zelfs rood-bruin. Borst is geel met witte stippen. Buikveren lichter
van kleur; flanken geelgroen tot olijfgroen met flinke witte stippen
onderstaart dekveren donker-rood met lichtere plekken.
Een
zeer gewild vogeltje, dat het in kooi en volière
goed
doet en eenmaal gewend ook winterhard is.
Altijd
kwiek en vrolijk, en verdraagzaam tegenover de medebewoners. In de broedtijd
duldt het geen andere vogels in de nabijheid van het nest. Dit nest
is
smal, overdekt en met zijdelingse invliegopening. Het wordt door man en pop in
een struik gebouwd, soms ook wel in een kanariekastje.
Het
paarlustig mannetje danst met een halmpje in de
snavel om het popje heen.
In
het nestje worden de eitjes 13 dagen bebroed, waarbij de ouders elkaar
afwisselen. Het mannetje blijft echter nooit lang op het nest. 's Nachts
broeden beiden. Ze zijn gevoelig voor storingen.
Het
popje is matter van kleur dan de man. De zang bestaat uit een zacht getjilp.
Lengte:
11 cm; Land van herkomst: Australië.