Het duivinnetje

 

DIAMANTDUIFJE - Geopelia cuneata

Kleurbeschrijving: 
De man en de pop zijn moeilijk te onderscheiden, bij
het baltsen spreidt het mannetje de staart uit. Zij hebben hun naam te danken aan de vlekjes die als edelstenen over de grijsblauwe vleugels gestrooid liggen. Het oog is door een grote rode ronde ring omgeven.

Een allerliefst dwergduifje, zeer levendig, verdraagzaam en vlug vertrouwd met de verzorger.

Een volwassen paartje gaat al gauw in een kanariekastje, een kleine korfje of een verlaten open nest van andere vogels tot broeden over. De twee eitjes worden dertien dagen bebroed. Als de jongen tien dagen oud zijn, verlaten ze het nest. Drie weken later beginnen ze al te verkleuren.
Voor de rui zijn
de jonge duifjes van de doffers te onderscheiden aan de meer bruine kleur van kop en hals. Na de rui zijn de geslachten moeilijker vast te stellen. Het spreiden van de staart is dan het beste herkenningsteken van de doffer.

Diamantduifjes broeden verschillende keren achtereen, maar de jongen moeten, wanneer ze zelfstandig zijn, worden verwijderd.

Lengte: 20 cm; Land van herkomst: Australië.

Terug naar de homepage

Tropische vogels | Afrikaanse prachtvinken | Australische prachtvinken | Zebravinken | Japanse meeuwen | Wevers en wida's
| Insecteneters | Vruchteneters | Gorzen | Duiven en kwartels

Otto van Reesweg 45


4105 AB Culemborg

Telefoon: 0345-518326

E-mail: info@speciaalclub.nl