GORDELGRASVINK
- Poephila c. cincta
De
gordelgrasvink verschilt van de spitsstaart doordat deze een korte staart
heeft en een zwarte snavel. De man en de pop zijn moeilijk van elkaar te
onderscheiden,
bij het in de hand nemen van deze vogels kan men iets verschil van kleur
zien op de kop. Een stel gaat gemakkelijker tot broeden over, een nestkastje
met wat wintergras en touwpluksel is al voldoende.
Het
legsel bestaat uit 4 - 8 eitjes, die afwisselend door de man en de pop
worden bebroed. Kruisingen met spitsstaartamandine, is gelukt.
De oorsprong van de bruin mutatie bij de gordelgrasvink is te vinden in het
genen bestand van de spitsstaartamadine en door toegewijde kwekers, midden
jaren zeventig, middels hybride kweek overgebracht.
De bruin mutatie is binnen de orde van de prachtvinken een veelvuldig
voorkomende mutatie.
Bij de gordelgrasvink is de bruin mutatie in de kleur van de kop en het
vleugeldek, waaruit de grijze kleur is gewijzigd in bruin tinten, waar te
nemen. De kleur van de tekening en de staartpennen is, i.p.v. zwart,
als zeer donker bruin waar te nemen.
De
lengte van deze vogel is 11 cm, het land van herkomst is Australie.