GRANAAT - ASTRILDE - Ureaginthus g. granatinus

Kleurbeschrijving
Kop, bovenzijde en vleugels rood-bruin. Voorhoofd en bovenstaart- dekveren cobalt-blauw. Keel zwart; staart grijs-zwart, ten dele donkerblauw. Wangen violet,
onderzijde bruin, de buikveren donkerder, snavel rood.

Een vogel van buitengewone schoonheid met schitterende blauwe en violette tinten. Bovendien 'n ijverige zanger, die aanhoudend zijn mooie lied, dat doet denken aan het verre gezang van de leeuwerik, laat horen.

Het popje, dat valer van kleur is, zingt eveneens, zij het minder luid en niet zo aanhoudend. Ook bij deze soort danst het paarlustige mannetje met een halmpje in de bek rond het popje. De halsveren worden daarbij uitgezet.

Ofschoon zeer schichtig, wennen ze spoedig aan hun verzorger en leggen dan alle schuwheid af. Twee of meer paartjes in dezelfde ruimte verdragen elkaar niet. Het zijn ijverige nestbouwers, maar ze brengen meestal de uitgekomen jongen niet groot.

Lengte: 15 cm; Land van herkomst: Z.-Afrika

Tropische vogels | Afrikaanse prachtvinken | Australische prachtvinken | Zebravinken | Japanse meeuwen | Wevers en wida's
| Insecteneters | Vruchteneters | Gorzen | Duiven en kwartels