NAPOLEONWEVER
- Euplectes a. afer
Evenals
de Oranjewever valt de Napoleonwever bijzonder op door zijn vederpracht. Het is
een sterke en verdraagzame vogel. In de paartijd lijkt hij wat onrustig voor
zijn medebewoners, maar dit is slechts schijn. Ook buiten de broedtijd
lijkt de Napoleonwever veel op de oranjewever. Hij schijnt ook wat gemakkelijker
tot broeden te komen. Tussen dichte berkentwijgen worden de nesten op
verschillende hoogten aangebracht. Een maisveldje aanleggen in je voliere komt
hierbij dubbelgoed van pas. De in bruidskleed fel geelzwart gekleurde man zit
graag bovenop de halmen te pronken, blaast zijn gele kraag op en zit als een
korhoen op en neer te dansen waarbij hij een sissend schor geluid voortbrengt.
Fel verjaagt hij iedere vogel en hoewel ze in de natuur gezelschapsbroeders
zijn worden speciaal de soortgenoten het vurigst vervolgd.
Het popje is veel bescheidener, niet alleen in kleur maar
ook in gedrag.
Ze lijkt ook veel op de pop van de
oranjewever en
scharrelt altijd wat om de vele nesten waaruit ze er uiteindelijk maar een kiest
om de eitjes in te leggen. De man bekommert zich naast de nestbouw alleen
om het grootbrengen van de jongen, waaraan hij actief deelneemt. Heeft men een
wever eenmaal geleerd om meelwormen uit de hand aan te nemen dan voert hij deze
ook al direct aan de jongen. In water geweekt oud brood dient in de opfok
periode altijd naast het zaad te worden gegeven
Helaas verliest in de voliere de man gauw zijn
sprankelende kleuren, die hij in de natuur wel heeft. Vaak is dit toch te wijten
aan voedingselementen die hij dan te kort komt. De vogels komen dan ook veel
beter uit in de voliere, waar ze toch uit de vrije natuur nog een graantje mee
pikken dan in een kooi.
Eenmaal geacclimatiseerd kunnen de vogel sin een
onverwarmde ruimte overwinteren, zelfs in de buitenvoliere als die behoorlijk
tegen de gure noorden en oostenwind is afgedekt en er een overdekte schuilplaats
is..
Lengte: 10 - 11 cm; Land van herkomst: W.-Afrika.
|