ROODKOP PAPEGAAI AMANDINE - Erythrura psittacea

Voorhoofd, wangen, keel, romp en staart scharlakenrood. Achterhoofd, nek, schouders en rug alsmede vleugels en onderzijde donkergroen.

Buitengewoon mooie vogels, zowel voor kooi als volière geschikt. Ze zijn sterk, levendig, verdraagzaam en worden gemakkelijk gefokt. Jammer, dat de geslachten zo moeilijk te onderscheiden zijn!

Beweerd wordt, dat bij het popje het rood aan de kop en keel minder uitgebreid is en iets matter, evenals het groen aan de onderzijde. Zij mist echter de kleine rode veertjes aan de binnenkant van de vleugelboog.

De pop heeft dezelfde trillende lokroep als de man.

Het nest is rond met klein vlieggat en staat in een kistje of korfje.

Aantal eitjes: 4 - 5. Broedduur 13 dagen. Opvallend zijn de mooie, lichtende, blauwe snavelwratten bij de naakte vleeskleurige jongen. Na drie weken vliegen de jongen reeds uit. Lengte: 12 cm; Land van herkomst: Nieuw Caledonie.

Het genus Erythrura, de papegaai-amadines, vormt een duidelijk aparte groep astrilden, waarbij de groene basiskleur overheerst, gecombineerd met blauwe en/of rode veervelden. Samen met de gouldamadine, die door de ene bioloog wel en door de andere niet tot deze groep wordt gerekend, bezitten alle papegaai-amadines als jonge vogels opvallende iriserende papillen in de hoeken van de snavel. In dit artikel ga ik verder niet op de gouldamadine in.

Het geslacht Erythrura bevat volgens Gill, Wright en Donker (2010)  dertien soorten.
Dit zijn de enige astrilden met een overwegend groene basiskleur. Sommige papagaai-amadines vertonen een duidelijk geslachtsdimorfisme, terwijl dit bij andere soorten niet of nauwelijks waarneembaar is.
Het formaat variëert van 10 cm bij de kleinere soorten, zoals de blauwgroene-, veelkleur- en kortstaart papegaai-amadine, tot zo'n 15 cm bij de grootste soort, de papoea papegaai-amadine.
Het model gaat hier vaak mee samen en is kort en gedrongen bij de kleinere soorten en langer en slanker bij de grotere soorten. Het grotere formaat is dan ook vaak mede te danken aan het bezit van een langere en meer gepunte staart. De Indische nonpareil bezit zelfs 3 tot 4 cm verlengde middelste staartpennen. Het verspreidingsgebied van de papegaai-amadines omvat geheel Indonesië, vanaf Maleisië tot en met geheel Nieuw-Guinea, een groot aantal ten noorden en ten oosten van Nieuw-Guinea en Australië liggende eilanden en eilandengroepen en Noord-Australië. Enkele soorten komen voor in een beperkt verspreidingsgebied en zijn dan ook éénsoortig. Andere soorten hebben een zeer uitgebreid verspreidingsgebied en hebben daardoor een aantal ondersoorten gevormd.

Deze ondersoorten zijn in de praktijk niet altijd van elkaar te onderscheiden. Wel worden eventuele ondersoorten genoemd en de verschillen met de beschreven standaardvorm zo goed mogelijk aangegeven. Het geslacht kent de volgende soorten

 Erythrura coloria (Mindanao-papegaaiamadine)
 Erythrura cyaneovirens (Samoa-papegaaiamadine)
 Erythrura gouldiae (Gouldamadine)
 Erythrura hyperythra (Bamboe-papegaaiamadine)
 Erythrura kleinschmidti (Rozebekpapegaaiamadine)
 Erythrura papuana (Papoea-papegaaiamadine)
 Erythrura pealii (Fiji-papegaaiamadine)
 Erythrura prasina (Indische papegaaiamadine)
 Erythrura psittacea (Roodkoppapegaaiamadine)
 Erythrura regia (Koningspapegaaiamadine)
 Erythrura trichroa (Blauwmaskerpapegaaiamadine)
 Erythrura tricolor (Tanimbar-papegaaiamadine)
 Erythrura viridifacies (Manilla-papegaaiamadine)

Let hierbij op dat de Nederlandse namen, zoals de biologen die hanteren, soms afwijken van de namen die we als vogelaars gebruiken. Gebruik daarom, vooral bij internationale contacten, zoveel mogelijk ook de juiste wetenschappelijke naam. Met de
Erythrura tricolor bedoelt men toch een andere vogel als onze driekleur papegaaiamadine!


Ondersoorten:
Van de Bamboe-papegaaiamadine E.hyperythra worden zes ondersoorten beschreven, t.w.
E.h.hyperythra,
E.h.microrhyncha,
E.h.intermedia, (Lombok papegaai-amadine).
E.h.malayana,
E.h.borneensis,
E.h.brunneiventris.

De verschillen beperken zich tot wat diepere of mattere tinten, zowel van de groene bovenzijde als de bruine onderzijde. Ook de hoeveelheid blauw op de bovenschedel is per ras minimaal verschillend.
De ondersoort, intermedia, afkomstig van Lombok en Flores en de kleine Soenda-eilanden is het felste van kleur en wordt, als Lombok papegaai-amadine, apart in de standaardeisen beschreven.

Van de driekleur-papegaaiamadine E.t. trichroa worden negen ondersoorten beschreven, t.w..
E.t. sanfordi.
E.t. modesta.
E.t. pinaiae.
E.t. sigilifera.
E.t. eichhorni.
E.t. pelewensis.
E.t. clara.
E.t. woodfordi.
E.t. cyanofrons.

Er is door de kwekers in het verleden door het beperkt beschikbaar zijn van de verschillende ondersoorten nauwelijks of geen rekening gehouden met deze diverse ondersoorten. Het gevolg is, dat er in Europa nauwelijks meer sprake is van een zuivere nominaatvorm Erythrura t. trichroa.
Wel is tijdens de kweekselectie getracht steeds vogels te kweken met een zo helder mogelijke kleur en een zo diep blauw- en groot mogelijk masker. Het gevolg van deze kweek- en selectiewijze is, dat de driekleur papegaai-amadine, welke wij in Nederland kennen, een toch wel andere vogel is dan die, welke in de vrije natuur voorkomt. Tevens is door deze kweekselectie, al dan niet gewild, een echte cultuurvogel ontstaan, met zowel in kleur en tekening als fysiek, kleine verschillen. Een tweede

gevolg van deze domesticatie is het ontstaan van een aantal kleurmutaties.

De in de NBvV-standaard beschreven driekleur papegaai-amadine is dan ook vastgelegd onder de naam erithrura trichroa domestica.

Hoewel de papoea papegaai-amadine Erythrura papuana veel overeenkomsten vertoont met de driekleur papegaai-amadine, is de papoea papegaai-amadine aanmerkelijk groter en robuuster. Ook de snavel is aanmerkelijk grover. De lichaamskleur is over het geheel wat briljanter en glanzender. Een duidelijk kenmerk dient het aanwezig zijn van blauw op de keel te zijn. Bij niet alle exemplaren is dit even duidelijk. Bij de pop is dit nog minder duidelijk. Verwisseling met de ondersoort sigillifera van de driekleur papegaai-amadine, welke ook van Nieuw-Guinea afkomstig is, is mogelijk, temeer daar deze ook de grootste ondersoort is van de driekleur papegaai-amadine en ook briljanter van kleur is en eveneens een tamelijk grove snavel bezit. Deze heeft echter nooit blauw op de keel en ook geen 2 à 3 cm verlengde middelste staartpennen, maar  slechts iets gepunte pennen.

Van de E.c.cyanivirens  de Samoa-papegaaiamadine zijn een viertal ondersoorten bekend. Binnen onze hobby is hiervan de E.c. Regia als  Konings papegaai-amadine de bekendste en in de standaard- eisen beschreven. Door Gill c.s. is deze overigens als aparte soort aangemerkt.
De nominaatvorm en de ondersoorten verschillen slechts beperkt met deze  ondersoort en wel op de volgende onderdelen.

E.c.cyanovirens. Minder uitgebreid blauw, kleur fletser.

E.c.regia.             Meeste blauw, en felst van kleur.

E.c.serena.           Alleen blauw rondom rode kop, wel fel van kleur.

E.c.efatensis.       Nauwelijks te onderscheiden van Regia.

E.c.gaughrani.     Weinig blauwbezit, fletser van kleur.

Er is van de Indische Nonpareil Erythrura p.  prasina één ondersoort beschreven, tw E.p.coelica.

Deze ondersoort wordt ook wel de Borneo nonpareil genoemd. Bij deze ondersoort is het blauw van het masker veel uitgebreider aanwezig. Aansluitend op het blauwe masker is ook de gehele bovenborst blauw van kleur. Ook de pop vertoont een uitgebreide blauwe waas

op wangen, keel en bovenborst.

 

Vederstructuur
De bevedering van de papegaai-amadines is nog niet wetenschappelijk onderzocht, maar gelet op de overeenkomst met de bevedering van de gouldamadines, kunnen toch enkele conclusies worden getrokken.
In de bevedering van de erythrurasoorten treffen we zowel rood- als geel carotenoïde aan.
In de bevedering van de erythrurasoorten treffen we zwart eumelanine en roodbruin phaeomelanine aan.
Bij de bamboe papegaai-amadines is het phaeomelaninebezit in wangen, borst, buik en onderstaart-dekveren zo groot, dat deze bevedering warm kaneelbruin van kleur is.
De groene lichaamskleur wordt verdiept door eumelaninebezit in de haakjes van de bevedering.

De groene- en blauwe bevedering van de papegaai-amadines is van het structurele type. Door de aanwezigheid van eumelanine rond de medulaire cellen, worden blauwe lichtstralen zichtbaar. Wanneer zich in de cortex geel carotenoïde bevindt, is de veer groen van kleur.

Kleurmutaties
Zoals is te verwachten zijn bij de vogels, waar al zo lang mee wordt gekweekt, inmiddels ook kleurmutaties opgetreden en vastgelegd.
Dit betreft ondermeer:

Roodkop papegaai-amadine zeegroen

Driekleur papegaai-amadine lutino

Driekleur papegaai-amadine geel zwartoog

Kortstaart papegaai-amadine zeegroen
Indische nonpareil geelbuik


Daarnaast is uit balgonderzoek in Leiden en waargenomen in de natuur dat er van verschillende soorten ook een blauwe mutatie en een pastel mutatie bestaat. Deze mutaties zijn nog niet voldoende in onze hobby vastgelegd en gedocumenteerd.

De mutaties lutino (volledige beperking melanine), zeegroen (Gedeeltelijke reductie rood- en geel carotenoïde) en blauw (volledige reductie rood- en geel carotenoïde) vererven geslachtsgebonden recessief.
Vanuit de import is een blauwgroene (of Forbes) papagaaiamadine bekend, met een gereduceerd eumelaninebezit. Deze vogel bezit opvallend grijze vleugelpennen, een wat helderder, meer grijsgroene lichaamskleur en een wat helderder rode staart.

Terug naar de homepage

Tropische vogels | Afrikaanse prachtvinken | Australische prachtvinken | Zebravinken | Japanse meeuwen | Wevers en wida's
| Insecteneters | Vruchteneters | Gorzen | Duiven en kwartels

Otto van Reesweg 45
4105 AB Culemborg

Telefoon: 0345-518326

E-mail: info@speciaalclub.nl