Latijnse naam : Poephila p. personata
Franse naam : Diamant a masque
Engelse naam : Masked Gras Finch
Duitse naam : Maskenamadine
Lengte : 14 cm
Ringmaat : 2.5 mm
Land van herkomst : Noord Australië
OMSCHRIJVING RUBRIEKEN
De maskeramadine is een relatief slanke vogel, doch de borst moet tamelijk "vol"
zijn en van voren gezien een goede ronding hebben. De nek - rug - staartlijn
dient nagenoeg recht te zijn. De borst- buikvorm dient vanaf de hals tot aan de
staartinplant een regelmatig gebogen lijn te vormen, zonder storende
afwijkingen. De Staartvorm is trapsgewijs, de 2 middelste staartpennen zijn iets
langer, ± 3 mm.
De lengte gemeten van snavelpunt tot het uiteinde van de staart moet minimaal 14
cm. zijn.
De vogel moet een rustige houding aannemen, onder een hoek van ca. 45 graden met
de horizontaal.
Hij dient recht op de poten te staan en het lichaam moet vrij zijn van de
zitstok.
De vogel dient de vleugels gesloten langs het lichaam te dragen, en de
vleugelpunten moeten op de stuit aaneensluiten.
Afhangende en gekruiste vleugels zijn een ernstige fout.
De bevedering moet strak en aaneengesloten worden gedragen, ook dient deze
ongeschonden en compleet te zijn.
Let vooral op gebroken, of het niet aanwezig zijn van vleugel- en staartpennen.
Tevens moeten alle vleugeldekveren
compleet zijn. Ruipunten mogen niet voorkomen.
De vogel moet een gezonde indruk maken en helder uit de ogen kijken. De
bevedering dient schoon te zijn, ook
rondom de anus. Lichamelijke gebreken en tekortkomingen mogen niet voorkomen.
De poten moeten ongeschonden, recht en stevig zijn zonder aanwezigheid van
kalkaanslag. Aan elke poot zijn drie
tenen naar voren en een naar achter gericht, deze moeten alle vier zijn voorzien
van onbeschadigde nagels van de juiste
lengte.
De snavel is kort kegelvormig, zonder vergroeiingen en/of beschadigingen. Aan de
punt goed sluitend, en de bovensnavel en ondersnavel dienen even lang te zijn.
ALGEMENE KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN:
We dienen bij deze vogels vooral aandacht te besteden aan het formaat en model.
Vooral een te zware borst of
onderbuik, wat meestal bij te "vette" vogels voorkomt, dienen we te bestraffen
bij "model". Op de beide soorten zowel de personata als de leucotis (Witoor
maskeramadine) zijn bovengenoemde eisen van toepassing.
De Witoor zullen we echter zelden ter keuring aangeboden krijgen, al wordt er op
dit ogenblik al meer gekweekt met deze soort.
KLEUR MAN:
Kop/Nek : Vanaf de snavelinplant zwart, overgaand in bruin op de schedel en in
de nek.
Wangen : Egaal bruin, een nuance lichter dan de kop en nekkleur.
Rugdek : Egaal bruin.
Vleugeldek : Vleugeldekveren egaal bruin.
Vleugelpennen bruin met een iets lichtere buitenvlag, en naar de uiteinden toe
meer donkerbruin.
Stuit : Wit.
Staart : Staartpennen zwart. Bovenstaartdekveren wit. Onderstaartdekveren
lichtcrème tot wit.
Borst/Buik : Lichtbruin, enigszins roze waas egaal van kleur. Anaalstreek en
onderlichaam lichtcrème.
Flanken : Lichtbruin, enigszins roze waas. Egaal van kleur.
Poten : Oranjerood, nagels vleeskleurig.
Snavel : Egaal geel.
Ogen : Donkerbruin.
TEKENING MAN:
Masker : Zwart, lopend over het midden van het oog, langs de bovensnavel inplant
naar de kinstreek, en daar
een vlek vormend.
Broek : Zwart. Ter plaatse van de broekbevedering loopt van pootinplant naar
pootinplant via de rug een
zwarte band waar deze een afscheiding vormt tussen de bruine rug en de witte
stuit.
Deze dient een regelmatig en scherp verloop te hebben.
Aan de voorzijde loopt langs de broekband een smalle lichtcrème band.
Oogring : Loodgrijs.
MASKERAMADINE WILDKLEUR POP:
KLEUR POP:
Kop/Nek : Vanaf de snavelinplant zwart, overgaand in bruin op de schedel en in
de nek.
Wangen : Egaal bruin, een nuance lichter dan de kop en nekkleur.
Rugdek : Egaal bruin.
Vleugeldek : Vleugeldekveren egaal bruin.
Vleugelpennen bruin met een iets lichtere buitenvlag, en naar de uiteinden toe
meer donkerbruin.
Stuit : Wit.
Staart : Staartpennen zwart. Bovenstaartdekveren wit. Onderstaartdekveren
lichtcrème tot wit.
Borst/Buik : Lichtbruin, enigszins roze waas egaal van kleur. Anaalstreek en
onderlichaam lichtcrème.
Flanken : Lichtbruin, enigszins roze waas. Egaal van kleur.
Poten : Oranjerood, nagels vleeskleurig.
Snavel : Egaal geel.
Ogen : Donkerbruin.
TEKENING POP:
Masker : Zwart, lopend over het midden van het oog, langs de bovensnavel inplant
naar de kinstreek, en daar
een vlek vormend.
Broek : Zwart. Ter plaatse van de broekbevedering loopt van pootinplant naar
pootinplant via de rug een zwarte band waar deze een afscheiding vormt tussen de
bruine rug en de witte stuit. Deze dient een regelmatig en scherp verloop te
hebben. Aan de voorzijde loopt langs de broekband een smalle lichtcrème band.
Oogring : Loodgrijs.
KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN
Men dient goed te letten op het formaat, vaak zijn de vogels te klein, en te
smal.
Over het algemeen is de Maskeramadine vrij onrustig van aard, probeer hier
rekening mee te houden. Ook dienen we
bij deze vogels te letten op een egale lichaamskleur. Het masker dient scherp af
te tekenen, en egaal van kleur te zijn,
ook de broektekening moet scherp aftekenen, en de smalle lichtcrème band aan de
voorzijde van de broektekening
dient duidelijk aanwezig te zijn. De snavelkleur dient egaal okergeel te zijn,
vaak is deze bij de snavelinplant lichter
van kleur, hiervoor dient men te straffen in de rubriek kleur.
|