|
Kleur
en geslachtsbepaling.
Het mannetje heeft een rood/oranje spitse snavel met doorlopende kleur tot boven
de ogen en ook het keeltje heeft die kleur. Zijn vleugels zijn donkergroen en
hij heeft een olijf/brons kleurige borst. De staart is aan de bovenkant bij mijn
vogels boven aan dezelfde kleur als de snavel vanaf daar wordt het tot de punt
van de staart donkerder rood. De onderkant van staart en vleugels is zwart en de
stuit is ook dezelfde kleur als de snavel. De bovenkant en achterkant van het
kopje is grijsachtig. De buik is gestreept en vlekkerig grijs, zwart en wit.
Bruinkleurig zijn de irissen van de ogen en de pootjes zijn hoornkleurig. Het
popje is precies hetzelfde alleen mist zij de rood/oranje kleur op de kop
en heeft geen groene borst. De
jongen lijken op de poppen alleen zijn wat lichter en doffer.
Het
eigenaardige van deze soort is, dat hiervan ook het popje zingt, zij het dan
zachter en korter dan het mannetje. Het popje is kenbaar aan de grijze kop,
lichtgrijze krop en nog lichtere keel.
De
zang van het mannetje is mooi en bestaat uit klagende fluittonen, met snorrende
geluiden doorvlochten.Het mannetje kan prachtig zingen, ik kan het zelf niet beschrijven, maar de
zangduur kan oplopen tot wel 16 seconden.
Verwanten en ondersoorten.
De Melba Astrilde heeft 4 verwanten vogels die ook geen problemen opleveren met
het seksen van de vogels. Er zijn 12
ondersoorten
te verdelen in een roodteugelige groep die het noorden en oosten van het
verspreidingsgebied bewoont en een grijsteugelige vorm meer naar het zuiden. Er
is echter een ondersoort met een grijze teugel die geheel apart van de andere
grijsteugeligen in Erithrea leeft.
De kleuren
van de ondersoorten verschillen maar
weinig van deze vogel alleen bij de mannetjes kan die rode kopkleur wel een
dieper van kleur zijn en verder doorlopen.
Verspreiding.
Hij komt voor in het grootste deel van zuidelijk Afrika, behalve in de
regenwouden:
van Senegal
tot Ethiopie en Mozambique, oost Zuid Afrika.
Nest en jongen.
Deze astrilden zijn
lieve, beweeglijke vogeltjes, maar in de paartijd zijn ze onverdraagzaam. Zijn
er in de kweektijd meer paartjes in en voliere, dan vechten de mannetjes op
leven en dood.
Het is een lust voor
het oog en oor, als de man met een veertje of vezeltje in de bek, zijn
'baltsdansjes' voor het popje vertoont, terwijl hij
zijn hoogste lied uitzingt. Tot nu toe zijn er weinig van deze vogel
geimporteerd. Uit deze geringe hoeveelheid vogels is het moeilijk goede
kweekparen samen te stellen. Daardoor worden er maar zelden jongen gekweekt.
Het best kunnen de vogels apart in paartjes worden gehouden, want ze zijn zeker
agressief tegen alle vogels die ook maar een beetje op ze lijken (b.v. de groene
druppelastrilde). Ze zullen hun nest laag bij de grond bouwen, want het zijn
vogels die een groot gedeelte op de grond zitten en in de begroeiing. De vogels
die ik heb zitten voortdurend onder een dennenboom, zoniet dan zitten ze op een
tak zich te poetsen in de zon. De pop legt gemiddeld 4 eitjes en ze broedt er 12
dagen op. Als er jongen zijn dan worden ze vooral met levend voer groot
gebracht, ze vliegen na ca. 20 dagen uit.
Ringmaat: 2,5 mm
Verkrijgbaarheid: regelmatig tot slecht
Het zijn vogeltjes waar soms bijna niet aan te komen is en mocht je ze gevonden
hebben, dan zal de prijs hoog liggen, want de prijzen zijn flink aan het stijgen
van de astrildes. Deze vogels kunnen redelijk goed koude verdragen, ook al zijn
het import vogels. Ze kunnen met gemak 2 graden boven 0 overleven. In
gevangenschap leven ze vooral op en goed tropisch zaad mengsel en af en toe wat
levend voer en groenvoer. Ze hebben iedere dag vers drinkwater nodig en badwater.
Ik hoop dat ik jullie heb kunnen
informeren over de prachtige vogel. Maar de andere Afrikaanse prachtvinken zijn
ook zeker de moeite waard.
Doel van de hobby is de omstandigheden zo te maken dat de vogels door de eigen ouders worden uitgebroed en verzorgd.
|
|