|
Algemene
informatie De Agapornis Taranta, ofwel Abessijnse agapornis, komt vooral in Ethiopie voor. . De taranta bewoont de open bossen van de uitgestrekte hooglanden. Het is de grootste van de 9 soorten. De vogel is hoofdzakelijk groen. Het rood op het voorhoofd van het mannetje loopt uit tot rond de ogen. De vleugelranden zijn blauwzwart. Bij de poppen ontbreekt het rood en hun vleugelranden zijn bruinachtig zwart. Beide hebben een rode snavel. In 1906 kwam de taranta voor het eerst naar Europa en in 1911 werden er broed-resultaten mee behaald. Buiten de broedtijd leven ze in kleine groepen bij elkaar in boomholten. Hun voedsel bestaat hoofdzakelijk uit zaden, bessen en vruchten. Regelmatig bezoeken ze de lager gelegen gebieden op zoek naar voedsel. Als de vijgen rijp zijn dan houden ze zich graag in deze bomen op en doen ze zich te goed aan de vruchten. In de paartijd zonderen de paren zich af. De vogels maken hun nesten in boomholten. De pop maakt hierin een ondiep komvormig nest van kleine stukjes twijg, gras of blad. Dit nestmateriaal wordt tussen de lichaamsbevedering gestoken. Vlak voordat de pop gaat leggen verliest ze een deel van haar borstbevedering waarmee ze het nest stoffeert. Dit gedrag zien we alleen bij de taranta en niet bij de andere agapornidensoorten. De kweek De Agapornis Taranta wordt niet op grote schaal gehouden. Het zijn taaie vogels, die het hele jaar door in de voliere kunnen verblijvenmits ze kunnen beschikken over een tocht- en vorstvrij nachthok. Ze maken ondiepe, kleine nesten waarin alleen wat materiaal op de bodem ligt. Het beste kan men broedblokken geven die 25 cm hoog zijn en met een bodemopper-vlakte van 17x17 cm, waarin een laag vochtig turfmolm is aangebracht. Het vlieggat moet een diameter van 5 cm hebben. Men kan wel wilgentakken verstrekken en de vogels zullen er wel aan knagen maar daarvan wordt praktisch niets gebruikt voor nestmateriaal. In het turfmolm waarin men van te voren een nestkuiltje heeft gemaakt kan hoog-stens bekleed worden met een paar takjes wat uitsluitend door de pop wordt gedaan. Over het algemeen worden er 4 a 5 eieren gelegd.Na het tweede ei begint de pop te broeden en de jongen komen na 25 dagen broeden uit. De jongen hebben wit nestdons dat naarmate ze ouder worden donkergrijs wordt. Het kan wel eens voorkomen dat de ouders totaal geen eivoer voeren aan de jongen. Om toch dierlijke eiwitten te geven wat de jongen beslist nodig hebben kan men het beste in melk geweekt bruinbrood verstrekken. Over het algemeen wordt dat wel aan de jongen gegeven. Daarnaast is het van belang om voldoende fruit te verstrekken. Wanneer men gedroogde vijgen koopt moet men die eerst een aantal uren in water laten weken. Uw taranta's zullen die vijgen met smaak verorberen. De taranta's staan niet bekend als gemakkelijke kweekvogels, maar er wordt momenteel redelijk goed met deze vogels gekweekt.
Indien met de hand grootgebracht, kunnen het hele tamme, aanhankelijke huisdieren zijn. De soort is erg territoriaal van aard en regelmatig is er sprake van heel wat onderling gekrakeel. Zolang de volière maar ruim genoeg is, komt het echter slechts zelden tot ernstige schermutselingen
Standaardeisen
Van de
vogels die al langdurig in Nederland en Belgie worden gekweekt
hebben de vogelbonden eerst ieder voor zich, maar de laatste
jaren steeds meer gezamenlijk, standaardeisen opgesteld.
Via de technische commissies is onze speciaalclub daar bij
betrokken.
U kunt de standaardeisen downloaden van het internet.
De taranta is beschreven in de kleurslagen groen, D groen en DD
groen.
Verder wordt de misty beschreven. De Misty-factor veroorzaakt
een beletting van ca 25% van het eumelanine in de
lichaamsbevedering en wordt als TT-vogel alleen dubbelfactorig,
maar zonder donkerfactoren gevraagd.
De bestanden zijn in het bekende pdf formaat en afkomstig van de
website van de NBvV
|
|
|
|