De personata heeft een ruime nestkast nodig

De Zwartmaskeragapornis, Agapornis personata, leeft in het noordoosten van Tanzania.Deze dwergpapegaaien leven op grasvlakten waar her en der verspreid acaciabomen staan. Deze populaire agapornidensoort werd in 1887 ontdekt en beschreven. In 1925 werden ze voor het eerst in Europa geïmporteerd. Een jaar later boekte men het eerste broedresultaat.In voedingspatroon en nestelgedrag vertonen ze overeenkomsten met de Rozekopagapornis, waarbij het voor de Zwartmasker in de periode maart-augustus paartijd is. De wilde Zwartmaskeragapornis nestelt in kleine spleten en holten. In gevangenschap zijn ruime nestkasten aan te raden.
Deze agapornidensoort bouwt van schors een komvormig nest. Ze bekleden dat met zachtere materialen zoals veren, gras en twijgjes. De 5 tot 6 eieren worden 23 dagen bebroed. De jongen verlaten het nest na ongeveer 44 dagen.
De geslachten zijn niet van elkaar te onderscheiden.
De kop, wangen en bef diepzwart; op de achterkop overgaand in dof olijfbruin. Om de gehele hals, van voren uitlopend tot op de bovenborst, loopt een diepgele kraag. Bij de wildvangvogels zien we dikwijls bij de kleurscheiding bef-borst een smalle oranje overgangszone. (N.B. In de kleurstandaard agaporniden van de N.B.v.V. is deze oranje overgangszone niet toegestaan.) Algemene lichaamskleur groen; vleugeldek en mantel donkergrasgroen. Het vleugeldek doet enigszins gehamerd aan. In de vleugelbocht bevindt zich een smalle gele vleugelrand. Onderborst, buik, flanken en anaalstreek geelachtig groen. De grote vleugel pennen zijn blauwzwart; ondervleugeldekveren grijsachtig blauwen groen. De stuit is donkergrasgroen met een zijdeachtige glans. Bovenstaartdekveren donkergrasgroen; onderstaartdekveren geelachtig groen. Op de grote staartpennen bevindt zich eèn oranjerood-geel-zwarte dwars tekening; de staarttippen zijn groen. Snavel rood, met aan de snavelbasis een witte snavelriem. Ogen donkerbruin, omgeven door een witte ring van washuid. Poten grijs; nagels donkergrijs. De  jongen zijn doffer van kleur. De kopkleur is bruinachtig zwart. Op de boven-snavel bevindt zich een zwarte vlek.
De Zwartmaskeragapornis is ruimschoots voorhanden op de markt.

Mutaties
De eerste mutatievorm waarin de Zwartmaskeragapornis voorkwam, was de hemelsblauwe. Deze mutatievorm, die al van 1927 dateert, werd in de vrije natuur gevangen en belandde vandaar in Engeland. Vrij algemeen bekend is thans ook de mutatievorm lichtgroen-pastel.
Ter uwer oriëntatie volgt hieronder een korte beschrijving van deze mutanten.
De volledige beschrijving en de keutechnische eisen vindt u in de hieronder vermelde standaardeisen.

Hemelsblauw.
Kop, wangen en bef dofzwart. Kraag, die doorloopt tot op de bovenborst, wit. Mantel.en vleugeldek donkerhemelsblauw. Onderborst, buik. flanken en anaalstreek hemelsblauw. In de vleugelbochtbevindt zich een smalle witte vleugelrand. Grote vleugelpennen blauwzwart. Stuit violet. Bovenstaartdekveren'violet overgaand in donkerhemelsblauw; onderstaartdekveren hemelsblauw. De grote staartveren tonen een wit-zwarte dwarstekening en donkerhemeIsblauwe uiteinden. Snavel hoornkleurig. Voor het overige gelijk aan de wildvorm.

Lichtgroenpastel
Voorhoofd en bef oranjerood; achterhoofd en wangen oranjegeel met een olijfbruin-achtig tintje, geleidelijk overgaand in de gele kleur van de kraag. Mantel en vleugeldek licht olijfachtig groen. Onderborst, buik, flanken en anaalstreek bleek geelgroen. Grote vleugelpennen grijs. Stuit olijfgeel met een warme gloed. Bovenstaartdekveren olijfgeelovergaand in licht olijfachtig groen; onderstaart-dekveren bleek geelgroen. De grote staartveren tonen een oranjerood-geel-grijze dwarstekening en bleek geelgroene uiteinden. Poten variëren van lichtgrijs tot vleeskleurig; de nagels variëren van lichtgrijs tot hoornkleurig. Voor het overige gelijk aan de wildvorm.

De laatste jaren is er sprake van zogenaamde lutino en albino personata's.
Qua uiterlijk is dit volkomen correct, doch dit zijn geen mutatievormen van de personata maar van de Agapomis liIianae. Door middel van bastaardering heeft men de recessieve ino mutatie van de lilianae overgebracht naar de personata.

 

Standaardeisen
Van de vogels die al langdurig in Nederland en Belgie worden gekweekt hebben de vogelbonden eerst ieder voor zich, maar de laatste jaren steeds meer gezamenlijk, standaardeisen opgesteld.
Via de technische commissies is onze speciaalclub daar bij betrokken.
U kunt de standaardeisen met daarin alle verschillende mutaties downloaden van het internet. De bestanden zijn in het bekende pdf formaat en afkomstig van de website van de NBvV

 
 

Agapornis personatus

Agapornis fischeri


Introductiepagina | Agapornis pullaria | Agapornis cana | Agapornis taranta | Agapornis swinderniana | Agapornis roseicollis | Agapornis fischeri | Agapornis personata | Agapornis lilianae | Agapornis nigrigenis

Ons adres:


E-mail: info@speciaalclub.nl