COROMANDEL KWARTEL
Wetenschappelijke
naam: Coturnix
coromandelica
Engels:
Blackbreasted Quail, Rain
Quail
Duits:
Regenwachtel
Frans:
Caille du Coromandel, Caille
natte
Algemeen:
De kleur van de haan houdt
het midden tussen die van de Europese kwartel en die van de Harlekijnkwartel. Hen en haan verschillend
gekleurd. De Coromandelkwartel wordt ook wel Regenkwartel genoemd.
Herkomst:
Pakistan, Bangla-Desh,
India, Burma
Lengte:
18 cm.
Ringmaat:
4,5 mm.
HAAN
Kop en masker:
Schedel zwart met brede
roodbruine veerzomen. Vanaf het voorhoofd loopt een smalle okergele band
dwars over het midden van de schedel tot in de nek. Opzij van de schedel
wordt het zwart omzoomd door een kortere band die okergeel gekleurd is:
boven het oog beginnend en doorlopend tot in de oorstreek. Boven het oog
loopt een brede witte band vanaf het voorhoofd tot de zijkant van de hals. Een
smalle zwarte teugelband loopt door achter het oog en gaat daar over in de
donkerbruine oorstreek om daarachter door te lopen tot achter in de
halszijden. Aangezicht wit.
Kin en keel:
Kin en keel zijn wit.
Een smalle donkerbruine baardstreep loopt tot onder het oog. Vanaf het midden van de
kin loopt een smalle zwartachtig gekleurde streep naar onderen, naar de
onderkeel waar ze wigvormig verbreedt. Van daar uit buigt in een rechte
hoek naar twee kanten een zwarte streep dwars over de zijkant van de keel
en de wangen richting achterhoofd. De zwarte streep eindigt kort voor de
onderkant van de oorstreek. De zwarte band wordt aan de borstzijde door een
brede witte band begeleidt, welke band op zijn beurt omzoomd wordt door een
zwarte keelstreep. Beide banden lopen tot de onderkant van de oorstreek.
Bovenlichaam:
Bovenrug en schouders
roestbruin of roodachtig bruin; de meeste veren hebben een tamelijk brede, naar het
uiteinde spits uitlopende, geelachtig beige schachtstreep die zwart
omzoomd is. Bovendien grotere, onregelmatig gevormde zwarte vlekken.
Vaak zijn deze zwarte vlekken en lichtbruine dwarsstrepen alleen
zichtbaar op één van de vanen. De zijkanten van de rug zijn hetzelfde gekleurd als
bovenrug en schouders. Het midden van de rug is zwart met roestbruine of
geelbruine smalle, vaak winkelhaakvormige "dwarsverbindingen" en
krabbelachtige patronen. In het algemeen wat voller en dieper van kleur dan bij
de Europese kwartel.
Onderlichaam:
Het midden van borst en
buik zwart. De brede band over de krop en de flanken licht bruinachtig
okerkleurig met zwarte, in de lengterichting verlopende, duidelijk
afgetekende, "uitgelopen" druppelvormige bestreping.
Vleugels:
Grote slagpennen bruin. De
buitenste kleine slagpennen bruin met lichte zomen.
Ogen, snavel, poten:
Iris donkerbruin;
snavel in broedseizoen zwart; daarbuiten zwartachtig hoornkleurig met lichtere basis. Poten
vleeskleurig; in het broedseizoen roodachtiger.
HEN
Geen zwarte koptekening;
geen zwarte borstvlek. Heeft een slanke nek en fijner kopje. Streeptekening op de kop en
het rugdek, met een duidelijke flanktekening en keeltekening. Lijkt veel op de hen van de Europese
kwartel.
|