|
Vechtkwartels, de vogelfamilie Turnicidae van de Kraanvogelachtigen. De zestien soorten zijn klein en eenvoudig getekend met alle ongeveer dezelfde schutkleuren; ze lijken wat op kwartels. Ze rennen als kleine knaagdieren door het gras. Ze kunnen slecht vliegen. Ze leven alleen of in paren. Het wijfje is iets groter en wat feller gekleurd dan het mannetje; dit hangt samen met de polyandrische levenswijze: het wijfje maakt het mannetje het hof en kan in één broedseizoen verschillende mannetjes hebben. Zij maakt een ruw nest op de grond en legt daarin 3 à 5 eieren, waarna het mannetje het broeden en de verzorging van de jongen op zich neemt. De jongen zijn nestvlieders, die bijna onmiddellijk nadat ze uit het ei zijn gekomen, het nest verlaten. Ook de broedduur is kort, nl. dertien dagen; de verzorging van de jongen duurt slechts tien dagen. De veertien soorten uit het geslacht Turnix lijken wat uiterlijk en levenswijze betreft veel op elkaar, hoewel zij een verspreidingsgebied hebben van Zuid-Spanje over Afrika tot Madagaskar en van India en China zuidoostelijk over Filippijnen en Malakka, Nieuw-Guinea, Australië, Nieuw-Caledonië en de Solomon-eilanden. Een afwijkende soort is de plevierkwartel of leeuwerikkwartel (Ortyxelos meiffrenii), totaal 12 cm lang; deze leeft in de droge, zandige steppe ten zuiden van de Sahara. Bij het geslacht Turnix. (vechtkwartels). De vechtkwartels, die voorkomen van Zuid-Spanje over Afrika tot Madagascar en van India en China naar het zuid-oosten over de Philipijnen, Malacca tot Nieuw Guinea, Australië, Nieuw Caledonië en de Salomons-eilanden, vertonen tal van eigenaardigheden, waardoor ze een geheel aparte plaats innemen. De hennen zijn groter van formaat en mooier c.q. feller van kleur dan de hanen. De hennen laten de lokroep horen en leven in polyandrie. De hanen bebroeden de eieren en begeleiden de jongen. Het zijn vrij kleine kwartels, formaat tussen de 12 en 20 cm. Ze leven hoofdzakelijk in graslanden en droge gebieden. Er is een zestiental ondersoorten bekend. De hen is erg vechtlustig. Opvallend is, dat ze de achterteen missen, behalve de gekraagde vechtkwartel. Een afwijkende vorm is de Plevierenkwartel (Turnix Ortyxelos), die in de droge, zanderige steppegebieden ten zuiden van de Sahara voorkomt. Deze vogel lijkt meer op een leeuwerik dan op een kwartel of vechtkwartel, zeker wanneer deze vliegt. Hij heeft witte schoudervlekken en witte toppen aan de verder zwarte vleugels, die vooral in de vlucht duidelijk opvallen. De hen legt maar twee eieren. De levenswijze is gelijk aan die van de vechtkwartels. De meest afwijkende vorm is de gekraagde vechtkwartel (Pedionomus torquatus), welke voorkomt in de woestijnen van midden Australië. Deze heeft een goed ontwikkelde achterteen. De hen legt in plaats van ovale eieren puntige eieren.De hieronder vermelde soortbeschrijvingen zijn vrij grove beschrijvingen, welke niet op detail ingaan. Turnix pugnax Vechtkwartel. Turnix tanki Geelpoot zwartborst vechtkwartel Turnix sylvatica Andalusische Vechtkwartel Turnix sylvatica lepurana Roestkeel vechtkwartel Turnix nigricollis Zwartkeel loophoentje. Turnix suscitator Zwartborst vechtkwartel Pedionomus torquatus Gekraagde vechtkwartel
De volgen soorten worden gevraagd. Aan de onderstreepte soorten is een aparte pagina gewijd 04 Gekraagde vechtkwartel 05 Zwartborst vechtkwartel 06 Kleine vechtkwartel.
|
|