|
DIAMANTDUIFJE - Geopelia cuneata Kleurbeschrijving: De man en de pop zijn moeilijk te onderscheiden, bij het baltsen spreidt het mannetje de staart uit. Zij hebben hun naam te danken aan de vlekjes die als edelstenen over de grijsblauwe vleugels gestrooid liggen. Het oog is door een grote rode ronde ring omgeven. Een allerliefst dwergduifje, zeer levendig, verdraagzaam en vlug vertrouwd met de verzorger. Een volwassen paartje gaat al gauw in een kanariekastje, een kleine korfje of een verlaten open nest van andere vogels tot broeden over. De twee eitjes worden dertien dagen bebroed. Als de jongen tien dagen oud zijn, verlaten ze het nest. Drie weken later beginnen ze al te verkleuren. Voor de rui zijn de jonge duifjes van de doffers te onderscheiden aan de meer bruine kleur van kop en hals. Na de rui zijn de geslachten moeilijker vast te stellen. Het spreiden van de staart is dan het beste herkenningsteken van de doffer. Diamantduifjes broeden verschillende keren achtereen, maar de jongen moeten, wanneer ze zelfstandig zijn, worden verwijderd. Lengte: 20 cm; Land van herkomst: Australië.
In het vraagprogramma van de ANbVV worden de volgende kleurslagen gevraagd:
DIAMANTDUIVEN 01 Wildkleur 02 Bruin 11 Pastel grijs 12 Pastel bruin 13 Overgoten wildkleur 14 Overgoten bruin 20
Witstuit wildkleur 21 Witstuit bruin 22 Witstuit pastel 23 Witstuit pastel bruin 30 Wit 40 Nieuwe Mutaties en mutatiecombinaties
Door op de onderstreepte kleuren te klikken komt u bij hun standaard eisen.
|
|