|
TANDKWARTELS Tandkwartels (odontophorinae) komen uitsluitend voor in Amerika; ze worden ook wel kwartels van de "Nieuwe Wereld" genoemd. Het zijn kleine tot middelgrote, bolronde vogels met een korte, sterk gekartelde snavel, waaraan ze hun naam te danken hebben. Tandkwartels dragen geen sporen en hebben geen krachtig ontwikkelde tenen. De vleugels zijn kort en rond en tellen 13 tot 16 slagpennen. De staart heeft zo'n 10-14 pennen. Alle tandkwartels zijn monogaam; beide geslachten broeden en haan en hen brengen samen de jongen groot. De legsels bestaan uit 6-16 eieren. Broedduur 18-23 dagen. De Tandkwartels worden ingedeeld in 9 genera met in totaal 31 soorten, waaronder de door onze liefhebbers veel gekweekte Californische kuifkwartel en de Virginische boomkwartel. Ook de zeer bont getekende Montezuma kwartel behoort tot de tandkwartels. Het geslacht Oreortyx omvat middelgrote kwartel ter grootte van een patrijs. Komt voor in bergachtige bosgebieden in het westen van Noord-Amerika. De volwassen haan en hen zijn gelijk gekleurd. De kuif bestaat uit twee lange, smalle en rechte veren, een typisch kenmerk.
In onze hobby vinden we in Nederland op dit moment alleen de Bergkuifkwartel, de Oreotyx pictus, die elders op deze site is beschreven. Het geslacht Callipepla omvat gekuifde kwartels die voorkomen in Noord-Amerika in graslanden en droge gebieden. Er is een achttal ondersoorten bekend, die allemaal in kleine onderdelen van elkaar afwijken. Ze dragen afgeronde vleugels en wat langere staarten. Haan en hen dragen een rechtopstaande kuif; bij de haan is deze meestal groter en meer in het oog springend.
Op deze site zijn verder beschreven: C. californica
Californische kuifkwartel C. douglasii
Elegant kwartel C. gambelii
Gambel kwartel C. squamata
Blauwschubbenkwartel
Het geslacht Colinus (Bobwhites) omvat kleine kwartels die voorkomen in graslanden, savannen en bosachtige streken. Er wordt een viertal soorten onderscheiden met een zeer groot aantal ondersoorten. De tekening van de vogels kan nogal variëren, ook binnen de ondersoorten. Het is dus buitengewoon moeilijk om vast te stellen met welke (onder)soort men te maken heeft. Vooral wanneer deze ondersoorten nog met elkaar gekruist zijn. De vier soorten die worden onderscheiden zijn de Colinus virginianus, nigrogularis, leucopogon en cristatus. Bobwhites worden vrij veel gefokt in Nederland en geregeld ingezonden op vogelshows.
Op deze site zijn verder beschreven: C. cristatus
Gekuifde boomkwartel C. virginianus pectoralis
Virginakwartel C. virginianus ridgwayi
Zwartmasker boomkwartel C. virginia texanus
Texas Bobwhite C. virginianus
Virginische boomkwartel
Het geslacht Cyrtonyx (Harlekijnkwartels) onderscheidt twee soorten Harlekijnkwartels; het zijn heel ronde kwartels met een volle kuif die over de hele kop loopt. De kuif kan naar opzij uitgespreid worden, maar kan niet opgericht worden. De staart is heel kort en komt nauwelijks onder de vleugels vandaan. De snavel is kort en krachtig. De poten zijn kort met krachtige tenen en lange nagels. Hier op de website is beschreven de: Cyrtonyx montezuma
Montezuma kwartel
|
|