MONTEZUMA KWARTEL
Wetenschappelijke
naam: Cyrtonyx
montezumae
Engels:
Montezuma Quail, Harlequin
Quail
Duits:
Montezumawachtel
Frans:
Colin de Masséna
Algemeen:
De geslachten verschillend
gekleurd. Bezit een kuif die opzij uitgespreid kan worden, maar niet overeind kan staan.
De Montezuma kwartel wordt ook wel Massenakwartel genoemd.
Herkomst:
Zuidwesten van de Verenigde
Staten, Mexico.
Lengte:
20-24 cm.
Ringmaat:
6 mm.
HAAN
Kop en masker:
Grootste gedeelte van
hals en zijkanten van de kop wit gekleurd, versierd met een ingewikkelde zwarte
"harlekijn"-tekening: zie tekening 1. Achterkop zwart met verschillende
bruintinten; in de nek licht oranjekleurig beige.
Kuif:
Bestaat uit zeer dichte,
brede bruine veren. Achterste gedeelte van de kuif is zwart met bruine tinten.
Kin en keel:
Kin en keel zwart
gekleurd, vaak door een smalle band in verbinding staand met de zwarte wangstreep.
Bovenlichaam:
Bovenrug mat oranjebruin
met brede donkere banden en lichter gekleurde smalle banden; de opvallende
schachtstrepen zijn beigegeel. Rest van de rug gelijk gekleurd, echter
zonder lichtere schachtstrepen en bredere zwarte banden. Schouderveren hetzelfde
gekleurd, echter asgrijs gezoomd, terwijl de schachten dieper beigegeel
zijn.
Onderlichaam:
Brede witte halsband;
door een smalle zwarte band afgescheiden van de rest van de borst. Borstzijden en
veren van het bovenste gedeelte van de buik en een smalle strook onder de
zwarte borstband is leigrijs tot zwartachtig grijs gekleurd; elke veer is op
beide vanen gesierd met twee tot drie grote witte druppelvormige vlekken.
Onderste gedeelte van de borst en het midden van het bovenste gedeelte van de
buik is zeer donker kastanjebruin gekleurd. Onderbuik, onderste
flankbevedering en dijen zwart.
Vleugels:
Grote vleugeldekveren en de
aan de binnenzijde gelegen middelste vleugeldekveren zijn muisgrijs tot donker
rookgrijs met ronde zwarte dwarsvlekken. Kleine en aan de buitenzijde
gelegen middelste vleugeldekveren eensgelijks gekleurd, echter met witte
vlekken.
Kleine slagpennen:
Binnenste kleine
slagpennen afwisselend licht olijfkleurig grijs tot donker rookgrijs met op beide vanen zes tot
zeven grote zwarte dwarsvlekken; de schachtstrepen zijn
beigegeel. Overige kleine slagpennen gelijk gekleurd op de buitenvanen terwijl de
binnenvanen naar binnen toe steeds lichter grijsbruin gekleurd zijn.
Grote slagpennen:
Donker grijsbruin
tot zwartbruin; buitenvanen vertonen witte vlekken aan de randen.
Staart:
Bovenstaartdekveren en
staartpennen mat oranjebruin met brede donkere banden en lichter gekleurde
smalle banden; schachtstrepen beige gekleurd. Onderstaartdekveren zwart.
Ogen, snavel, poten:
Iris donkerbruin;
oogleden zwart; de snavelpunt is zwart, de rest licht blauwachtig grijs; poten lichtblauw.
HEN
Kop en masker:
Voorhoofd, schedel- en
nekveren roodachtig beige met zwarte banden en beige schachtstrepen.
Zijkanten van de kop wit; streek rond de wenkbrauwen met een wijnrode waas en
zwarte vlekken.
Onderzijde:
Zwarte halsband zoals
bij haan. Rest van de onderzijde licht wijnroodachtig In het midden van de borst,
de buik wat meer beige tinten. Met name in de zijden zwarte vlekken en
strepen.
Bovenzijde:
Roodachtig beigebruin
met zwarte dwarsstrepen en vlekken en brede, lichte, zwartgezoomde
schachtstrepen.
Vleugels:
Hetzelfde gekleurd als haan,
zij het wat vager.
Staart:
Hetzelfde gekleurd als haan,
zij het wat vager.
Stuit en bovenstaartdekveren: Roodachtig
beigebruin met van kop tot staart een lichte streeptekening en iets bruin gevlekt
|