De Andeskolibri Amazilia franciae komt voor in de tropische regenwouden van Columbia en Ecudor op 1000-2000 m hoogte
De drie ondersoorten tellende Safierkamazilia Amazilia lactea, leeft in het oosten en zuid oosten van Peru, in het Noorden van Bolivia en in Oost Brazilie.
Door Rutgers wordt deze vogel in zijn boek Vogels van Zuid Amerika, Violetoorkolibri genoemd en hij wijst er daarbij op dat Lessons in zijn werk Hist.Nat.Ois.-Mouches, dat in 1829 verscheen, deze vogel als het wijfje van de Safier kolibibri, Hylocharis sapphirina. Deze soort kennen wij nu als de Roodkeelsafierkolibri.
Pas later heeft Lessons zijn fout hersteld, maar de verwarring rond de naamgeving van deze soorten bestaat nog steeds.

De vogels onderscheiden zich door de nogal bronsgroene bovendelen, terwijl de kop bruinachtig is. De bovenstaartdeskveren zijn donkerder bronsgroen, de vleugels purperbruin, de staart is zwart met een bronzenglans en de buitenste staartpunten hebben grijze punten. De keel en de zijkanten van de nek zijn prachtig glinsterend violetblauw, de flanken zijn groen en het midden van de buik, de anaalstreek en de onderstaartdekveren zijn wit,
De bovensnavel is zwartachtig bruin, de ondersnavel is rozewit en de poten zijn roodachtig bruin.
De kolibri's drinken door hun tong in het water te dopen en het water zo snel op te likken. Niet altijd zitten ze hierbij op een blad of een stengel, vaak drinken ze terwijl ze boven het water zweven.