|
Soorten en voorkomen: Er bestaan maar liefs zo'n 320 soorten kolibries, die verspreidt over de landen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika voorkomen. U zult begrijpen dat het ondoenlijk is om 320 verschillende soorten kolibries in één artikel te behandelen. Daarbij gebiedt de eerlijkheid me nog te vertellen, dat ik kolibries nimmer in hun natuurlijke omgeving heb mogen aanschouwen. Mijn kennis beperkt zich slechts tot datgene wat ik uit de literatuur heb opgetekend en gezien heb op videofilms over kolibries. Natuurlijk heb ik ze al meerdere malen in levende lijve mogen aanschouwen. Zo zijn ze bijvoorbeeld te zien in `het NOORDER DIERENPARK' in Emmen en ook wel op grote landelijke tentoonstellingen. Veel kolibries zijn bosbewoners, maar ze kunnen in allerlei biotopen, van het open land tot op grote hoogten in bergstreken voorkomen. In sommige streken leiden ze een zwervend bestaan of zijn ze onderhevig aan seizoensbewegingen om zodoende voordeel te trekken uit de bloeiseizoenen van verschillende planten. Veel kolibriesoorten zijn trekvogels. De soorten die hiertoe behoren trekken veelal naar Noord-Amerika om daar te nestelen in de zuidelijke delen van Canada of Alaska. Kolibriesoorten uit de tropische en subtropische bergstreken zijn daarentegen vaak zeer plaatselijk verspreid.
In de Verenigde Staten komen kolibries bijna overal voor. Zo komen ze voor in het hooggebergte, in de jungle, in bossen, op vlaktes en zelfs in de woestijn. Kolibries zijn vrijwel nergens bang voor omdat ze nauwelijks vijanden hebben. De meeste soorten kennen ook ten aanzien van de mens geen angst. Zomerhuisbewoners bij de grote meren, in de buurt van Georgië Bay, maken van dit gedrag gebruik door de daar voorkomende kolibrie, het Robijnkeeltje, uit de bossen te lokken met speciaal opgehangen flessen waarin rood suikerwater zit. Het suikerwater wordt in een rode kleur aangeboden omdat gebleken is dat het robijnkeeltje voor deze kleur een duidelijke voorkeur heeft. Het robijnkeeltje is de enige kolibriesoort, die ten oosten van de Missippi voorkomt. Trouwens over het robijnkeeltje valt nog iets zeer bijzonders te vertellen want, ondanks dat kolibries doorgaans geen lange afstandstrekkers zijn, presteert het robijnkeeltje het om met en topsnelheid van 50 km/u de Golf van Mexico ) over te vliegen. Als u daarbij bedenkt dat `De Golf van Mexico' toch al gauw een lengte heeft van ruim 1000 km en kolibries, vanwege hun hoge energie verbruik, om de 15 à 20 minuten moeten eten dan zal u duidelijk worden met wat voor raadsels dit vogeltje de deskundigen weet op te zadelen. Van de kolibries is de Reuzenkolibrie (Patagona gigas) uit de Andes de grootste. De reuzenkolibrie meet iets meer dan 20 cm, waarbij opgemerkt moet worden dat meer dan de helft hiervan staart is. De reuzenkolibrie is dus ongeveer zo groot als een merel, alleen wel veel slanker. Voeden doet de reuzenkolibrie zich met de nectar van de Agane. De Agane is een plant met veel kelken en dus veel nectar. Eén van de kleinste kolibries, de Bijenkolibrie (Mellisuga helenae) uit Cuba, is niet groter dan 5 cm. Daarbij meet het lichaam ongeveer 2,5 cm en wordt de rest van z'n lengte gevuld door de snavel en de staart. De allerkleinste kolibrie vinden we echter hoog in het Andes gebergte in Ecuador, Zuid-Amerika. Het is de Estella-kolibrie die niet groter is dan 4 cm. In z'n algemeenheid geldt voor kolibries, hoe kleiner de soort des te sneller de vleugelslag. Bij de reuzenkolibrie ligt deze snelheid zo rond de 8-10 slagen per seconde, terwijl bij kleine kolibries de frequentie stijgt tot ongeveer 80-85 slagen per seconde. In de Verenigde Staten ligt de `kolibriehoofdstad' bij uitstek, de `Mile Hi Ranch'. De `Mile Hi Ranch' ligt in de Ramsey Canyon op ongeveer 16 km afstand van de grens met Mexico. Op deze plaats worden regelmatig 16 of meer trekkende kolibriesoorten aangetroffen. Van de soorten die hier voorkomen is het Zwartkeeltje veruit de luidruchtigste en de Rivoli kolibrie één van de fraaiste en grootste. Andere soorten die rond `Mile Hi Ranch' voorkomen zijn o.a. de Violetkruin-amazilies, de Breedstaartkolibrie en de Blauwkeelbergjuweel. Van de Blauwkeelbergjuweel schijnt een bioloog ooit eens gezegd te hebben, dat deze roofvogels durft aan te vallen. Een ander kolibrieparadijs vinden we in Costa Rica, nabij de vulkaan de Paos. In dit gebied, waar het vrij veel regent, komen o.a. de Langsnavel-zonzoeker, de Groene-violetkolibrie, de Cerisekolibrie, de violette sabelvleugelkolibrie, de Heremietkolibrie, de Smaragdkolibrie met z'n kenmerkende gaffelstaart en z'n gewicht van 2,5 gram, en de zeer kleurrijke Tzacati-amazilia voor. Na de regen, als de zon doorbreekt, komen deze kolibriesoorten te voorschijn om nectar te zuigen uit o.a. Bananenbomen en Heliconia bloemen. Andere planten die door de kolibries bezocht worden zijn de Lobelia laxiflora, een plant met licht oranje bloemen, de Hamelia patens, een struikachtige plant met oranjerode buisbloemen en de Inga brenessi, een boom die lichtgele bloemen draagt. Lees hier verder
|
|