• De kleine Afrikaanse prachtvinken (Astrildes) zijn ideale vogels voor beginners: kleurrijk, gemakkelijk te verzorgen en niet moeilijk te kweken.
  • Het verschil in snavelvorm heeft vogelliefhebbers er toe geleid om verschil te maken tussen de klein- of dunsnavelige Astrildes en de Amadinen of diksnavelige prachtvinken. Van sommige soorten is nog steeds niet met zekerheid vastgesteld of zij nu nog tot de Astildes of al tot de Amadinen gerekend moeten worden.
  • Prachtvinken bewonen geheel Afrika ten Zuiden van de Sahara, met inbegrip van Madagskar, verder Iran, Zuidelijk Azie tot Taiwan, de Indische Archipel, Polynesie tot Samoa en Australie.
  • Enige soorten zijn ook door de mensenhand verspreid in landen waar zij oorspronkelijk niet voorkwamen. Veel soorten zijn onderverdeeld in ondersoorten of geografische rassen.
  • Al deze soorten vogels doen het goed in ons klimaat. Zomers prefereren ze een goed beplante volière en in de winter geven ze de voorkeur aan een kooi in een matig verwarmde kamer.
  • Prachtvinken zijn zaadeters, die meestal op de grond fourageren en soms ook het halfrijpe zaad uit de aren van de grashalmen pikken. Daarnaast hebben zij een van soort tot soort verschillende behoefte aan dierlijke eiwitten, vooral afkomstig van termieten, mieren en kleine vliegende insecten.
  • De vogels bouwen hun kogelronde of peervormige nesten zeer vaak in doornachtig struikgewas. Hierin worden de spierwitte eieren gelegd.
  • De jonge prachtvinken hebben een per soort verschillende snaveltekening, die gecombineerd met de witte, gele of blauwe papillen de jongen ene uniek herkenningspatroon geven. Ondergeschoven jongen van andere soorten worden niet of nauwelijks door de ouders gevoerd. 

Voor de Astrildes is een speciale subdirectory gemaakt.

Klik hier


Terug naar de homepage

Tropische vogels | Afrikaanse prachtvinken | Australische prachtvinken | Zebravinken | Japanse meeuwen | Wevers en wida's
| Insecteneters | Vruchteneters | Gorzen | Duiven en kwartels