Geschiedenis
De Barraband parkiet werd voor het eerst ontdekt in 1826. De vogels
werden aan de oevers van de Murrumbidgee rivier in Nieuw Zuid Wales opgemerkt
door de leden van een expeditie. Eénenveertig jaar later in 1867 werden de
eerste Barraband parkieten in Europa ingevoerd.
De eerste kweekresultaten met de Barraband parkiet werden behaald in 1881.
De Barraband parkiet of Polytelis swainsonii, zoals zijn wetenschappelijke naam
luidt, behoort zeker tot één van de mooiste Australische parkieten. Vooral de
kenmerkende gele kop van de man die scherp wordt afgescheiden door een
scharlakenrode band maakt deze vogel tot een plaatje in elke volière. De
geslachtsnaam Polytelis dat “prachtig” betekent, is dan ook met recht gekozen
voor deze wonderschone vogels.
Verspreidingsgebied
De Barraband parkiet kwam oorspronkelijk voor in Nieuw Zuid Wales,
Victoria en Zuid-Australië. In de loop van de tijd is hun aantal echter
drastisch gedaald. Heden ten dage schijnen ze alleen nog voor te komen in een
beperkt gebied rond de Murray rivier op de grens van Victoria en Nieuw Zuid
Wales. Rondom deze rivier leven ze op open graslanden waarin verspreid bomen en
struikgewas voor komen. In dit gebied kunnen de vogels in kleine maar ook wel in
grote groepen worden waargenomen. Grotere groepen bestaan veelal uit zowel
volwassen als jonge vogels. Barraband parkieten voeden zich in hoofdzaak met
gras- en onkruidzaden, knoppen en bloesems van bomen en struiken alsmede
vruchten, bessen en noten.
In hun natuurlijke leefomgeving broeden ze van september tot december. Meestal
broeden ze in hooggelegen nestholten van eucalyptusbomen.
Geslachtsverschil
Man en pop zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden omdat er een
duidelijk uiterlijk verschil bestaat. Dit verschil zit hem voornamelijk in de
kleuren van de kop. Terwijl de kop van de man overwegend geel gekleurd is met
een, ter hoogte van de keel, scharlakenrode band is de kop van de pop overwegend
groen tot blauwgroen gekleurd. Andere verschillen tussen man en pop zijn het
voorkomen van rode veertjes aan de dijen van de pop en het verschil in ogen. De
man heeft een oranje-gele iris terwijl deze bij de pop bruin is.
De voeding
De voeding van mijn Barraband parkieten bestaat uit een zaadmengsel voor
grote parkieten van 'van Himbergen'.
Naast dit zaadmengsel krijgen de vogels elke dag een mengsel van kiemzaad en
eivoer.
De verhouding tussen het zaad en kiemzaad/eivoer-mengsel is 1 op 1. Twee keer
per week meng ik , ondanks dat de vogels er ook vrij over kunnen beschikken,
scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit door het kiemzaad.
Natuurlijk krijgen de vogels ook regelmatig fruit en groenvoer. Ook verstrek ik
2 keer per week een snee witbrood. Vooral als er jongen zijn eten ze hier graag
van.
De vogels, ook de jongen, doen het op deze voeding prima. Oh ja, regelmatig ga
ik in de zomer op zoek naar (onbespoten) gras- en onkruidzaden. Deze worden met
een heggenschaar geknipt en in grote bossen neergehangen in de volière. Het is
een genot om te zien hoeveel plezier je hier de vogels mee doet.
A. van Kooten.
|