|
Het broedproces: Zoals gezegd zorgt het vrouwtje voor vrijwel alle werk, zij bouwt het nest, bebroed de eieren en zorgt voor de jongen. Voor het bouwen van het nest gebruikt het popje fijne materialen zoals vruchtpluis, mos, haartjes, fijne vezeltjes en korstmos wat tezamen bijeengehouden wordt door spinnenwebben. Nesten van kolibries behoren tot de wonderen van de natuur. Zo heeft men eens een nest uitgeplozen en berekent dat de draden spinrag uit één nest aan elkaar geknoopt reiken van Alaska tot 't puntje van Zuid-Amerika en weer terug. Sommige nesten zijn mooi glad en komvormig en bevestigd op een tak, andere zijn overkoepeld en sommige zijn hangend of in hangplanten gebouwd. De Heremietkolibrie bouwt haar nestje bijvoorbeeld hangend aan 't eind van een dun palmblad terwijl het robijnkeeltje haar nest op twijgen bouwt. Heel vaak wordt tijdens het broeden aan het nest doorgebouwd. Een deskundige op het gebied van kolibries, de heer J. Baxter, ontdekte tijdens één van z'n onderzoeken dat een popje twee nesten tegelijkertijd verzorgde. Terwijl ze in het ene broedde vloog ze ongeveer om de 20 minuten naar 't andere nest om daar jongen in te voeren. Vrijwel alle kolibriesoorten leggen 2 twee witte stomp ellipsvormige eieren ter grote van een erwt, die in verhouding tot het lichaam erg groot zijn. De eitjes worden ongeveer 14 dagen bebroed. De jongen worden naakt geboren. Het popje voedt de jongen door haar snavel in de keel van de jongen te steken en voedsel op te braken. Wanneer je als liefhebber een dergelijk tafereel waarneemt lopen de rillingen over je rug. Bij het voeden van de jongen door de pop heb je namelijk het idee, dat de snavel er wel aan de onderkant moet uitkomen. Het popje voedt de jongen in de vlucht. Per uur worden de jongen zo'n 4 à 5 keer gevoed. Al naar gelang het aanbod aan voedsel vliegen de jongen tussen de 2e en de 4e week uit en kunnen vrijwel meteen vliegen. De jongen beginnen dan ook al zeer vroeg met "vliegoefeningen" in het nest. Jonge kolibries lijken vrijwel altijd op het popje. Dicht bij huis, in de tropische vlindertuin van het Noorder Dierenpark in Emmen, is het in 1990 gelukt, om als eerste plaats ter wereld, kolibries van de soort Amazilia amazilia te kweken. De jongen van deze soort bleken bij de geboorte een gewicht te hebben van 0,4 gram. Gemiddeld bleken ze ongeveer 1 gram in de vier dagen in gewicht toe te nemen. De voeding van de jongen bestond uit nectar, kleine insecten en jonge spinnetjes. Doordat de bloemen in de vlinderkas onvoldoende nectar aan de vogels boden werd tevens een soort van "kunstnectar" verstrekt. De heer G.M. Essenberg memoreert in zijn artikel over kolibries (`Onze Vogels' 45e jaargang no.9 1984) aan een (Duits) fokverslag van de Phaethornis ruber ruber, een zeer agressieve kolibriesoort. Deze kolibriesoort bouwde in gevangenschap op een hoogte van 2 meter in een Dracanea draco, aan een bestaand spinnenweb een nest van fijn hondenhaar, plantenvezels, fijne wortels, varendelen, boompluis e.d. In het nest werden twee jongen geboren, waarvan er één in leven bleef. Het jong werd grootgebracht met zeer veel insecten en fruitvliegjes. Als levend voer kunnen het beste vliegende fruitvliegjes gegeven worden. De vliegjes dienen beslist te vliegen omdat een kolibrie niet op de grond komt om te eten, trouwens kolibries komen (vrijwel) nooit op de grond. Daarom ook heeft men lange tijd verondersteld dat ze ook nooit op takken zaten. Terugkomend op de fruitvliegjes, deze zijn over het algemeen gemakkelijk te kweken.
Voeding: Als het licht is moeten kolibries in hun natuurlijke omgeving om de 10-15 minuten eten. De voeding bestaat daarbij overwegend uit nectar en diverse soorten kleine insecten. Ook in gevangenschap zal de voeding van kolibries daarom dienen te bestaan uit nectar, vliegende (fruit)vliegjes, mugjes, kleine spinnetjes en andere kleine insecten. In gevangenschap zal een kunstmatig nagemaakte nectardrank verstrekt dienen te worden, die alle noodzakelijke voedingsstoffen moet bevatten. Voorbeelden van nectarvoeders, die in de handel verkrijgbaar zijn, zijn: Avinectar, Sucre Vital, Complete nectar diner en Nectarrokol. Deze voeders dienen als dagvoeding. Voor de avond en vroege ochtend dient een lichte honingoplossing verstrekt te worden. Om de kans op bederf van de dagvoeding zo gering mogelijk te houden moet deze zo rond de middag nogmaals vers gegeven worden. De tuitjes van de drinkbuisjes waaruit de vogels de nectar moeten drinken dienen altijd fel van kleur te zijn, bij voorkeur rood of oranje. Kolibries hebben immers een voorkeur voor felle kleuren? Lees hier verder
|
|