|
Bij de Groenstuitdwergpapegaai gaat het om één der kleinste soorten. Gemiddeld zijn zij zo'n tien centimeter lang en wegen 20 tot 26 gram. Men vindt ze in Guyana, Brazilië, Trinidad, Venezuela en Columbia. Zij komen dus uit de warmste streken van Zuid Amerika. De kleur is glanzend appelgroen en bek en poten zijn hoornkleurig. Deze veerkleur maakt ze practisch onzichtbaar, zodra zij zich tussen de bladeren van de bomen ophouden. De Groenstuitdwergpapegaai heeft vier ondersoorten: F. passerinus viridissimus, F. passerinus cyanochlorus, F. passerinus cyanophanes en F. passerinus deliciosus.
We hanteren bij de forpussen steeds de wetenschappelijke benamingen voor de ondersoorten en liefst ook voor de soorten zelf. Dat voorkomt misverstanden en helpt om de soorten en ondersoorten raszuiver te houden. Eventuele kleurmutaties dient men naar mijn mening ook uitsluitend de nominaat vorm te beperken.
Nominaatvorm Forpus passerinus passerinus: Bij de mannetjes zijn de grote vleugeldekveren kobaltkleurig en de kleine vleugeldekveren turkoois. Stuit en romp zijn emeraldgroen. De poppen hebben noch kobalt noch turkoois maar wel een weinig geel tussen de ogen, vlak boven de washuid.
F.p. viridissimus: Deze ondersoort is de grootste Groenstuit en kan tot 28 gram wegen. Zij is donkerder groen dan de nominaatvorm. De mannetjes vertonen meer kobalt dan turkoois op de vleugels De poppen meer geel in het masker dat soms uitloopt tot het voorhoofd en de wangen.
F.p. cyanochlorus: Over deze ondersoort is weinig informatie. Zijn biotoop is gesitueerd in Noord Brazilie vlak bij de grens met Suriname. De mannetjes verschillen weinig van de nominaatvorm en de poppen zijn meer uitgesproken geelgroen.
F.p. cyanophanes: Deze ondersoort leeft volledig gescheiden van de andere soorten in Noord Colombia ten oosten van het Santa Marta gebergte. Van deze ondersoort hebben de mannetjesmeer donkerblauw op de vleugeldekveren, waardoor -zelfs op de gesloten vleugel- een donker-blauwe vlek zichtbaar is. De poppen zijn niet te onderscheiden van de nominaatvorm.
F.p. deliciosus: De hierboven afgebeelde ondersoort leeft in Noord Brazilie in het Amazonegebied aan beide kanten van de Amazone tot ongeveer de Manaus en de Madeire rivier. Zij behoort tot de kleinste Forpussen, is ongeveer 8 cm lang en weegt gemiddeld 20 gram. De poppen hebben een smalle, gele band vlak boven de washuid boven de bek. De mannetjes hebben een turkoois zweem over de romp en de vleugels zijn meer uitgesproken turkoois dan kobalt.
|
|