|
De blauwvleugeldwergpapegaai zoals we de nominaatvorm Forpus xanthoperygius xanthoperygius (en zijn ondersoorten) noemen heeft vijf ondersoorten: F. xanthopterigius crassirostris, F. xanthopterigius flavissimus, F. xanthopterigius flavescens, F. xanthopterigius olalae en F. xanthopterigius spengeli. Hij heeft met al zijn ondersoorten het grootste verspreidingsgebied in Zuid Amerika. Hierbij wisselt d ebiotoop van het tropisch regenwoud in het Amazonegebed tot aan het berggebeid van de mato Crosso en de vlakten van de pampa's. In dit enorme verspreidingsgebied is de vorming van ondersoorten onvermijdelijk. Algemeen: De vogels zijn van gemiddelde grootte (ongeveer 12 cm) en een gewicht van 30-35 gram. Deze soort is glanzend emeraldgroen, met grotere ogen dan gelijk welke andere soort. Bek en poten zijn grijs.
Nominaatvorm: De mannetjes verschillen van de andere Forpussoorten door het blauw dat hier meer violetkleurig is. De poppen verschillen van de mannetjes door het ontbreken van de violetkleur en het meer uitgesproken geelgroen van het masker.
F.x. crassirostris: De primaire vleugeldekveren zijn bij de mannetjes grijsviolet en de secundaire vleugeldekveren donker violetblauw. De poppen zijn nog donkerder groen dan de nominaatvorm en ook kleiner. Het opvallendste kenmerk van deze ondersoort is de bek. Hij is opvallend en vooral in het midden lijk samengedrukt. Dit versterkt nog de indruk van een zware, grote bek.
F.x. flavissimus: Bij deze ondersoort zijn man en pop lichter van kleur. Het groen is lichter en ook het blauw bij de mannetjes is helderder en lichter van kleur. Masker, borst en voorhoofd zijn ook opmerkelijk geler van kleur en de wangen zijn meestal opvallend geel.
F.x. flavescens: De kleur is minder intensief en geler dan bij de nominaatvorm. Bij de mannen is het blauw ook lichter. Bij beide geslachten zijn vooral het masker, het voorhoofd en de borst geler.
F.x. olalae: Een uitgesproken donkergroene ondersoort waarbij het blauw van stuit en vleugels ook donkerder blauw is.
F.x. spengeli: Is te onderscheiden van de nominaatvorm doordat de mannetjes een turkooisblauwe romp vertonen met violetblauwe primaire vleugeldekveren en de secundaire dekveren donker turkoois. Het voorhoofd van de poppen is ook geler.
|
|